Het 993 model was een significante vooruitgang, niet enkel op technisch, maar ook op visueel vlak. Vooraan waren de vleugels breder en vlakker. Achteraan werden de flanken ook breder en vlakker en ze liepen in een rechtere lijn naar de achterkant met hoger geplaatste achterlichten. De 993 was initieel beschikbaar als achterwielaangedreven coupé en cabriolet. In model jaar 1995 volgden de vierwiel aangedreven Carrera 4 en turbo met meerplaten koppeling en in 1996/97 de Carrera 4S en Carrera S. Het targa model, geproduceerd vanaf 1996 had voor ’t eerst een groot elektrisch bedienbaar schuifdak van getint gelamineerd glas in plaats van de verwijderbare soft top. Dit maakte de targa rolbeugel overbodig. Carrera en targa modellen waren aangedreven door een nieuwe 3,6 liter motor die in de eerste generatie 272pk had en 286pk vanaf model jaar 1996. Een multilink achteras met dubbelle driehoekige draagarmen maakte van de ooit berucht oversturende 911 een vergevingsgezinde sportwagen.
In de 911 turbo van de 993 generatie werd voor ’t eerst biturbo techniek gebruikt. Elke cilinderbank kreeg z’n eigen kleinere turbo. Het was ook het eerste turbo model met integrale aandrijving. De voorspoiler van de turbo had 3 afzonderlijke luchtinlaten vooraan plus luchtsleuven om de remmen te koelen onderaan. De achterspoiler was volledig in koetswerkkleur.
Het standaard vermogen van de 3,6 liter biturbo motor was 408pk. Vanaf 1996 werd een turbo powerkit die het vermogen naar 430pk bracht beschikbaar, met 450pk beschikbaar in modeljaar 1998.
In 1995 werd de Carrera RS met 3746cc motor en 300pk gepresenteerd. Aan de hand van de gebruikelijke methode zoals lichtgewicht kuipstoelen en een volledig aluminium kofferklep werd 100kg gewichtsbesparing gerealiseerd.